De Caluwé had zo zijn redenen om voor zijn kleuren te kiezen. De redenen om voor een bepaalde kleur te kiezen, staan hieronder.
De kleuren hebben in dit verhaal een bijrol. Het gaat niet over kleuren, maar over de labels van de kleuren. Labeling koppelt ergens waarde aan. De kleuren dienen dus als ezelsbruggetjes voor de betekenis die bij de kleur bedacht is. De kleuren zijn de primaire hoofdkleuren plus de “optelsom van de kleuren”: wit.
De toevoeging “druk”
De toevoeging “druk” duidt op het streven van veranderaars min of meer planmatig te werken. Ook als alles bewust op zijn beloop te laten (witdrukdenken), dan is dit een strategie. Men streeft naar overzicht. Sturen en plannen verloopt in de vijf manieren van denken telkens anders. Ter verduidelijking is betekenis van het woord veranderen uitgedrukt in voorbeeldzinnen. De zinnen hieronder zijn aangepast aan het thema crisisbeheersing.
Geeldrukdenken
Geeldrukdenken en crisisbeheersing ontstond als laatste. Geel was de overgebleven primaire kleur. De Caluwé motiveerde zijn keuze met de symboliek van macht (“de zon”, “het vuur”) en de aard van coalitievorming (“broeden bij de openhaard”).
- ‘Ik verander het crisisbeheersingsbeleid’.
- ‘De publieke opinie veranderde de rampenbestrijding’.
- ‘Politieke druk veranderde de Wet veiligheidsregio’s’.
Geeldrukdenken verenigt belangen, stelt complexe doelen, en streeft ze effectief na in een krachtenveld van contrasterende belangen en invloeden.
Blauwdrukdenken
Blauwdruk staat voor het van tevoren gemaakte ontwerp/de tekening (vaak een ding/object), waar de uitkomst van vaststaat.
Bij blauwdrukdenken wordt alles op voorhand uitgeschreven. De eisen, de uitvoering en de mogelijke bijsturing. Veranderen is hier vooral gericht op materie en vorm.
- ‘Men verandert de aanpak van crisisbeheersing’.
- ‘Het functiehuis van de GHOR is veranderd conform de eisen’.
- ‘Crisiscommunicatie is sterk veranderd’.
Rooddrukdenken
Rooddrukdenken is mensgericht. Het doel wordt behaald door beïnvloeding, verleiding en stimuleren.
Rooddrukdenken gebruikt HRM-instrumenten. Veranderdoelen (zachte aspecten): personeel, managementstijl, talenten en competenties. Instrumenten: het organogram, beloning, opleidingen, management development, assessments, promotie en status.
- ‘Ik verander de het veiligheidsbesef’.
- ‘De prikkels om door te groeien zijn veranderd’.
- ‘Bonussen zijn niet meer vanzelfsprekend’.
Groendrukdenken
Groendrukdenken wil gebruikmaken van het leervermogen van mensen. Ze krijgen “groen licht” om “groeien” zoals het groen in de natuur.
Het achterliggende denken: door mensen te motiveren om te leren, krijg je ze in beweging krijgen vindt verandering plaats. Afhankelijk van dat lerend vermogen, motivatie en aangewende methode worden doelen behaald.
- ‘Ik verander de preventiemedewerker’.
- ‘Door opgedane ervaring is er veel veranderd’.
- ‘Veranderen is leren’.
Witdrukdenken
Wit bevat alle kleuren. Wit vertegenwoordigt zelforganisatie en het evolutiedenken en biedt de meeste ruimte om zelf in te vullen: alles is nog open.
Volgens witdrukdenken verandert alles constant en gaat het vanzelf. Sturen is de verandering faciliteren en de situatie monitoren. Zingeving speelt een belangrijke rol.
- ‘Dreiging verandert.’
- ‘Deze verandering pakte goed uit.’
- ‘Alles is altijd in verandering.’
Deze kleuren zijn anders dan de kleuren bij organisatiecultuur
Het gebruikt van de kleuren schept mogelijk verwarring doordat ze soms overeen lijken te komen met de kleuren uit de Waardenmatrix van Hans Versnel en Hans Koppenol. Het is niet anders.